Foto: Berndnaut Smilde – Nimbus D'Aspremont
1.
Het liefst heb ik grote ruimtes waar ik zonder schroom kan bewegen. Niets dat in mijn weg staat, niets om te breken. Geef mij muren waar mijn stem ongehinderd tegenaan kaatst.
Bij mijn balletlessen, jaren geleden, was ik altijd als eerste aanwezig. Voor even had ik de grote zaal voor mij alleen. Lange tijd stond ik daar maar, onder de indruk van de stilte, de afwachting. In het midden van de ruimte keek ik om me heen, vond alleen mijn eigen spiegelbeeld, de strakke muren en lijnen, de bar, de gladde vloer. Ik had geen talent voor ballet – mijn lijf te groot, elke beweging te gekunsteld – maar daar, voor de les, telde dat niet.
Daar strekte ik mijn armen, danste vrijuit en met grootse bewegingen, draaide rond en rond en rond en rond en rond en rond en nooit raakte ik iets. Dat is ontastbaarheid. Dat is hoe ik leven wil.
2.
Het leven hangt van schakels aan elkaar. De minuten die we in onze auto doorbrengen, of als we staan te wachten op een afspraak die te laat is. Wanneer je ‘s nachts wakker wordt en in de keuken een glas water drinkt. De momenten die niets anders zijn dan een opbouw. We zetten ons glas op het aanrecht neer en gaan weer slapen. We vergeten de momenten waarin er niets was dan wachten, stilte, onze eigen gedachten.
Deze wastelands zijn het decor van deze momenten. De tussenliggende gangen die we elke dag doorlopen. We zien ze maar half terwijl we ons verder haasten; het zijn de niemandslanden van onze dag.
Maar in de oorlog was het niemandsland ook de plek van de gevechten. Een stille plek, waar de spanning messcherp in de lucht hing. Het is een stilte waar je voor moet oppassen. Waar niets is, kan alles nog gebeuren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten