dinsdag 23 oktober 2012

Atlas Telamon

                                                                                               Foto: Barry Falk


"These are the overlooked details of a city: architectural features which appear to serve no function. My images seek to capture an aspect of the city which is not willingly acknowledged. These places can be read as metaphors for loss and as such are suffused with a disturbed sense of self, what Freud referred to as the unheimliche: the familiar which has become alienated through the process of repression. However, when re-seen, photographed from a particular angle, in a certain light, these incidental spaces turn out to be resonant with association. The neglected and forgotten then becomes the fascinating and intriguing."  (Barry Falk)                                                                                                                      

    1. 

Als bastaardkind van de schilderkunst hebben foto’s vaak een middelpunt, iets dat onze aandacht vasthoudt. Dat kan alles zijn; een reflectie in een raam, een dier dat onder een auto schuilt, een vrouw met maar één schoen aan. Belangrijk is dat dit centrale punt een as creëert waar een verhaal omheen kan draaien. Zo zijn foto’s vaak opgehangen aan een skelet van geometrische lijnen, in de lucht gehouden door onderlinge spanning. Dit soort foto’s zijn op zijn minst visueel interessant, omdat ze een gevoel van logica en harmonie herbergen: zoals ons hart ons lichaam bij elkaar houdt.

Balans wordt gedefinieerd door fragiliteit. Eén verkeerde stap en je ligt naast het koord waar je net nog op danste. Misschien dat het ons daarom zo fascineert; echte balans is nooit een stil punt in de ruimte, maar een constant trillen rond een middelpunt. Onze ogen blijven zoeken naar een goede plek om te landen.

Maar hier zijn de lakens al opgevouwen; welk verhaal er ook gaande was, het is voorbij. De liefde is bedreven, de dakloze al begonnen aan zijn wandeling langs de gemeentelijke prullenbakken. Alleen het krukje houdt het verhaal nog overeind, als een modern soort Atlas.



    2.

Niets intrigeert zoals verlies dat doet. Als kind al stelde ik de vragen die me jaren wakker hielden 's nachts. Wanneer is iets weg? Is het mogelijk iets echt kwijt te raken? Vroeger waren het mijn huissleutels, bibliotheekboeken, een briefje van vijf. "Dat je iets niet kunt vinden, betekent niet dat het weg is," zei mijn moeder dan. Ik geloofde haar; op die leeftijd heeft de waarheid meer te maken met vertrouwen dan de werkelijkheid. Het is iets dat je geleerd wordt, dat je aanneemt en onveranderd terugkaatst naar anderen.

Inmiddels weet ik beter. Eén boek heb ik nooit teruggevonden en ik had rijk kunnen worden van het geld dat ik uit mijn zakken verloor, maar ik geloof toch dat het er nog is. Ergens. Nee, wat je kwijtraakt zijn de dingen die niet tastbaar zijn. Wat wegglipt zijn de dingen die je niet vast kunt houden. De dagen die aflopen, de momenten die je geen blik waardig gunt. Het zijn de stukken leven waarvan je had gedacht er later wel aan toe te komen. Het is het later dat niet komt zoals verwacht, de mensen waarvan je dacht dat ze je nooit zouden verlaten. Het is een huis, een bed, de deken die ogenschijnlijk onveranderd is – maar er mist iets, voel dan, ruik maar, ik mis iets en ik vind het niet, ik vind het nergens en ik vind het niet meer leuk. Ik heb verloren.

Iets is kwijt als je het nooit meer terug kunt krijgen. Per definitie onomkeerbaar heeft zoeken ook geen zin; ik heb me erbij neergelegd, in stilte. Nu weet ik hoe weg iets kan zijn, hoe ik verloren ben. Het is een waarheid om niet te delen.

1 opmerking: