than strip your television's electric plug-wire,
wrap a spike around it, and then stick it back into the wall.
See what blows, and how far."
(Stephen King - On Writing)
Well, let's see if it blows, shall we?
woensdag 8 februari 2012
Nalaten
1.
Hier hadden we maanden naar uitgekeken. Zij vooral, maar het is lastig boos te blijven als je omringd wordt door geluk. Het was één en al bedrijvigheid: dozen werden gepakt, de kleren al weken van tevoren klaargelegd en de auto gewassen. Met een tandenborstel liet mijn vader me de velgen poetsen.
Moeders schoenen pasten bij haar vestje, dat weet ik nog. Ze had er dagen naar gezocht. Ze knelden aan haar grote voeten, maar ze klaagde niet. Ik wel. Dat het katoen van mijn blouse te stijf was en mijn wollen rokje kriebelde. Dat ik niet weg wilde uit onze flat, uit onze straat en al helemaal niet uit de stad. Wat kon mij die tuin nou schelen als ik hier mijn hele wereld had.
Het was spannend en niets was comfortabel die dag, maar op de foto’s wordt gelachen. Ik heb ze gemaakt. Als we dan toch moesten gaan, dan wel op mijn manier. De auto rolde achteruit. Eerst zo langzaam dat je het grint amper hoorde knarsen, toen sneller, door het gras, zo in de sloot. De hond zat er nog in, dat wist ik. ‘Ik moet hem redden!’ riep ik, en rende naar hem toe.
We lieten een spoor van modder na toen we gingen. Dat was tenminste iets.
2.
De setting is natuurlijk vreselijk. De ingesleten begroetingen tegen het decor van een beige woonwijk. De sokken in sandalen, de korte broek uit de jaren tachtig. De ruitjesjurk; ik had er ook zo een, vroeger. Hij kriebelde en de stof was zwaar en stijf. Het enige aantrekkelijke is het rode velours van de autobekleding, en dat is op zich ook weer iets om van te huilen.
Het is niet zijn auto: die staat een eindje verderop, buiten beeld. De motor is nog warm en in het dashboardkastje ligt een landkaart naast een zakje met boterhammen. Dat moet genoeg zijn tot aan de grens. Daarna ziet hij wel weer verder. Toen zijn vrouw vanochtend instapte dacht hij aan donkere cafeetjes waar mannen enkel zwijgen. Onderweg naar haar zus, dacht hij aan de oceaan. Terwijl ze van hem wegliep, hield hij ongemerkt zijn pas in.
‘Het leven is een opeenstapeling van keuzes’, denkt hij. Maar diezelfde keuzes kunnen als stenen aan je enkels blijven hangen, totdat je niet meer van je plek kunt komen. Op een ochtend wordt je wakker in een leven dat nooit het jouwe had moeten zijn.
Terwijl zij door haar familie omarmd wordt kust hij haar in gedachten gedag.
Hij is al zo goed als weg.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Deze reactie is verwijderd door de auteur.
BeantwoordenVerwijderenGaan jullie nog steeds door met de SIIBjes wannneer Rose in England is?
BeantwoordenVerwijderen