Als je verliefd kunt worden op een plaats, was ik tot vandaag een allemansliefje. Alles heeft zijn charme en ik vond overal wel iets om van te houden, maar niets dat me er hield. Ergens blijven was een zwakte. Wie sterk genoeg is van zichzelf heeft geen wortels nodig.
Maar deze plek heeft de kleur van dromen, de vergezichten zijn zacht wit, lichtblauw en grenzeloos. Ik zag alles al voor me: muren van baksteen, grote ramen met uitzicht op zeilboten, de zeemeeuwen nog net boven de golven uit. Een open haard en eikenhouten vloeren, een veranda met een schommelstoel. Brede vensterbanken om op te zitten, hoge plafonds en rijen kasten op kaftkleur gesorteerd. Bij ieder meubelstuk een verhaal; het zou volmaakt zijn.
Ik bedenk altijd meer dan wat werkelijk kan. Laat het maar zo, ik hoef geen muren. Verder bouwen breekt mijn dromen af. Zou wat ik wil ooit waarheid worden, dan was het me vast te veel.
2.
Bouw een huis.
Bouw een huis aan zee. Aan het einde van de wereld, waar de wind zout smaakt en meeuwen nestelen. Vind een plek waar het ‘s nachts zo donker wordt dat je je eigen handen niet meer kunt zien, waar de grond nergens gelijk is en vreemde dieren leven. Gebruik drijfhout voor de fundering en plastic als decoratie, maar bouw geen muren.
Bouw een huis zoals je dat als kind deed, met een handvol stokken en je verbeelding als enige materialen. Kinderdromen hebben lange wortels; die waaien niet zomaar om. Ze zitten er nog steeds.
Bouw een huis dat niet nodig is. Niet logisch. Een huis waarin je nat wordt als het regent, maar ook iedere ochtend de zon op ziet komen. Hang schelpen aan de deurpost die tegen elkaar aan tikken als het stormt en slaap in het gras.
Bouw zo’n huis.
Een droomhuis heeft iedereen wel. Men zegt dat men zijn droomhuis heeft gebouwd bij de derde keer. Dan zijn alle mankementen die in de vorige 2 huizen aanwezig waren, volledig weg.
BeantwoordenVerwijderen