Foto: Oliver Fluck
1.
Ik kijk graag naar mensen. Naar de manier waarop ze bewegen, de manier waarop ze stilstaan. Hoe het leven zich in hen voltrekt en niemand dat doorheeft. Jonge mensen worden oud, oude mensen worden verliefd en de doden van tijd tot tijd herinnerd.
Dat zie ik graag.
Ik kijk liever niet direct, maar zoals je naar een zonsverduistering kijkt. Je moet een drager hebben voor de beelden om je heen, een plas water of een spiegel, anders zie je niets. Vandaag is het de ruit van de Marokkaanse winkel bij mij om de hoek. Je ziet de reflectie van de luxaflex en de letters op de ruit, maar mij niet. Ik sta te dichtbij om gezien te worden.
Het is de manier waarop hij daar zit: wachtend op niemand en genietend van de laatste zon. Hij kent geen haast, kent amper tijd. Zijn dagdromen waaien over straat terwijl hij met zijn tenen wiebelt en nog een sigaret opsteekt. Ik kan daar jaloers op worden, op die sigaret, op die luiheid, op de dromen die opkomen en verdwijnen als luchtbellen in water.
Ik moet het doen met de dromen van anderen. Dat is niet erg. Tweedehands dromen zijn mooi omdat er al van gehouden is. Tegen de tijd dat ik ze van straat raap zijn ze soepel geworden, zacht en klein genoeg om te bewaren. Niemand mist zijn afgedragen dromen.
Terwijl de man zijn sigaret uitdrukt kijkt hij links en rechts nog eens de straat in. Even kruisen zijn ogen de mijne, dan gaat hij naar binnen. In de schaduw van een bloempot die de tijd aangeeft, raap ik drie zachte cirkeltjes van de grond en stop ze in mijn binnenzak.
2.
De nonchalance staat je goed.
In elkaar gevlochten vingers onder je kin, schouders iets opgetrokken, maar je voeten stevig op de grond. Je ziet er uit als iemand die wacht, en dat nog wel een tijd zal doen. De berusting van een man die iets mist en daar vrede in heeft gevonden.
Het zal wel een vrouw zijn, en ik vraag me af wat zij nu doet, wat ze moet zo zonder jou.
De straten hier doen Italiaans aan - geen wegen om alleen te lopen. Hand in hand moet je, de Weg van de Vrijheid af, het water over, slenteren door Klein Frankrijk. Dit is een decor voor liefde, je hoeft alleen je eigen filmmuziek nog maar te fluiten. De verhalen die ik voor je schrijf, zouden je prachtig staan.
Ik wil me aan je voorstellen; mijn hand op je schouder leggen en vragen, mijn hoofd een beetje schuin, of je misschien op iemand wacht of -
Je zult twijfelen; je kijkt uit naar de lege uren hier, luistert naar de stemmen die door de straten drijven, ziet hoe het licht verandert. Je zit hier niet tot iemand komt, tot er iets gebeurt. Je zit hier, iedere middag, tot de zon zo laag staat dat de schaduw je voeten raakt. Is het nog wachten als je niets meer verwacht?
“Om mee te nemen” staat er in grote letters boven je. Misschien doe ik dat wel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten