dinsdag 23 augustus 2011

Tijd



     1.



Tijd verandert. Waar je ooit jong was, gebouwen laag en het uitzicht ver, heeft tijd alles opgevuld. Zoals een zolder door de jaren heen vol komt te staan met oude lampen en dozen, zo moeten herinneringen steeds meer inschikken. Niets blijft lang hetzelfde; alles wordt vroeg of laat vervangen voor iets nieuws.

Je bent hier in geen jaren geweest.

Waar het uitzicht vroeger groei beloofde staat nu een flat van snelbeton. De huren zijn laag, net als de verwachtingen. De grond is uitgeput van al dat bouwen, dromen schieten hier geen wortel meer. De buren van vroeger zijn allang vertrokken en het huis is voor iemand anders op maat gesneden, maar als je kleine stukjes behang lostrekt komt de oude vogeltjesprint tevoorschijn. Hun oogjes lijken je te volgen terwijl je door de kamers dwaalt.

‘Het is een deel van opgroeien’, denk je, terwijl je de ramen opendoet. Dat alles om je heen kleiner en onbeduidender blijkt dan dat je dacht. Dat de diepte niet meer zo eng is en de horizon niet meer zo ver weg. Dat is de keerzijde van de wereld ontdekken: je raakt er vertrouwd mee. De werkelijkheid is nooit zo ijl als op foto’s van vroeger.

Het is niet anders. Je zwaait naar een onbekende overbuurvrouw en laat de wind door het verleden jagen.


     2.




Ik weet nog goed wanneer deze foto is gemaakt. Eén dag voor mijn zevende verjaardag, een week na de verhuizing. Hier zou ik opgroeien. Op dit balkon zou ik spelen en boeken lezen. Hier zou ik zonnen met mijn discman op, giechelen met vriendinnen en later voor het eerst dronken over de rand hangen.

Natuurlijk kwam ik wel buiten de grenzen van mijn thuis, maar deze plek vult mijn herinnering. Zo gaat dat nu eenmaal: jaren worden gereduceerd tot een aaneenschakeling van momenten, waarvan je later alleen die onthoudt die je verbindt aan waar je nu staat. Zijwegen worden vergeten, maar ze waren er wel.

Pas nu ik hier weer sta, herinner ik me de toren weer.
En Tom, de buurjongen die in mijn geheugen ligt opgeslagen met die toren. Jaren was hij bij ieder avontuur dat ik beleefde, maar ik ben hem vergeten zoals lievelingsschoenen waar je uit bent gegroeid. Zo groei je blijkbaar ook uit mensen, uit levens.
Toms vader werkte op de bovenste verdieping en hele middagen gingen we met de lift op en neer. Uit het raam keken we dan over de stad en probeerden te bevatten hoe ver we konden zien. Ik wist dat het niet oneindig was, maar wat ik zag was zo groots dat het voor mij de wereld was. Dat aan je voeten zien liggen; hoe kon ik zo’n machtig gevoel vergeten?

De weidsheid van toen is verdwenen. De horizon komt steeds dichterbij.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten