than strip your television's electric plug-wire,
wrap a spike around it, and then stick it back into the wall.
See what blows, and how far."
(Stephen King - On Writing)
Well, let's see if it blows, shall we?
woensdag 6 juli 2011
Aangewakkerd
1.
Je zit in de trein, rijdt in de auto, loopt op straat en denkt opeens: wat als? Wat als ik nu gewoon zou blijven zitten, door zou rijden, af zou slaan, mijn leven laten voor wat het is en gaan? Je kunt de afdruk van een steen immers pas zien als je hem optilt. Dan zie je pas hoe diep hij in het zand was begraven, welke dieren zich onder hem verschuilen en of er water blijft staan in het kuiltje waar zijn buik lag.
Iedereen droomt wel eens van vluchten.
We vragen ons af welke impact ons vertrek zou hebben op het leven dat we achterlaten. We willen allemaal wel eens zien hoe snel regen en wind onze afdruk wegspoelen en we vragen ons stiekem af hoe zwaar het ons zou vallen. Misschien wel helemaal niet.
We doen het echter zelden. We blijven zitten waar we zitten en terwijl het landschap voorbij flitst kijk ik naar de vreemde mensen om mij heen, in de trein, in de file, op de fiets. Ik vraag me af wie van hen er morgen plotseling niet meer op komt dagen.
2.
We hebben allemaal onze rituelen. Een wekker die altijd om zeven uur afgaat. Scheren, douchen - eerst warm, dan koud. Hetzelfde ontbijt, een kop koffie in het voorbijgaan, een laatste blik in de spiegel. Buiten ruik je de seizoenen en hoor je hoe lang de wereld al wakker is. Een fluitende krantenjongen of spelende kinderen.
Hier is de dageraad anders. Het donker van de nacht trekt veel te vroeg weg en de dag laat zich nog lang niet zien. De schemering duurt uren en kleurt de lucht in pasteltinten, zachtwit met strepen roze en rood.
Ze klinkt anders, en veranderlijk. Soms doodstil, vaak brullend als een dier dat gewond, maar niet overwonnen is. Ik vertrouw de stilte niet; de enige zekerheid die ze brengt is die van het wachten. Wachten op de eerste grom, de laatste kreten, het kraken van takken en knappen van lucht. Wachten op het ritsen van tenten en het lage gefluister, de beroering die haast ongepast is.
Met het brullen ontvlamt een opwinding in ons die met geen vuur te doven is.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Jullie kunnen allebei zo mooi vertellen
BeantwoordenVerwijderen