maandag 21 maart 2011

Rebecca


    1.

Er bestaat niet zoiets als eeuwige onschuld. Het gedijt niet goed naast zelfbesef en het smelt naarmate we ouder worden. Zodra de eerste tekenen van volwassenheid zich aandienen, is het gedaan met onze argeloosheid.
Misschien straalt dit meisje daarom iets vreemds uit: haar houding en blik passen niet bij haar leeftijd. Ze kijkt te dwingend voor iemand van zeven jaar, haar armen zijn te star voor een kind en de waaier is te perfect uitgespreid.

Natuurlijk is ze engelachtig, maar pas op met dit soort ogen: ze weten wat ze willen en ze hebben zelf doorgaans niets te verliezen. Hun kalmte is slechts de stilte van een diepte en ze leiden je af van hun handen. Zo verloor Ulyssus zijn schepen aan de Sirenen, Samson zichzelf aan Delila en Troje alles aan Helena.

De ogen van engelen kunnen bergen splijten.

Er bestaat niet zoiets als eeuwige onschuld, maar misschien zijn er wel eenzame engelen. Op een bed van gebroken harten slaap je namelijk nog steeds alleen en in een uitgebrande stad kun je niet wonen. De Sirenen krijgen nooit bezoek op hun rots.
Ik hoop dat ze op tijd haar handen ontspant. Voordat haar vingers het hout versplinteren.



    2.

Ik ken haar niet, weet niets van haar. Haar grote ogen vertellen een verhaal dat ik niet kan horen, haar houding is een gebaar dat ik niet kan lezen.

Achter haar waaier verschuilt ze zich voor mij, voor hem of voor ons allemaal – of laat ze ons iets zien? Haar hand licht geopend, haar lange vingers gekromd.
“Kom hier, kom dichterbij,” lijkt ze te zeggen. “Kom, maar doe het in het geheim.”

Zo graag zou ik naar haar toe lopen, mijn hoofd op haar blanke schouder leggen, voelen of haar blonde krullen zacht zijn op mijn voorhoofd. Dat ze mijn haar achter mijn oor zou steken en langzaam voorover zou buigen. Met een zachte fluisterstem zou ze me haar naam vertellen, waarom ze niet lachen mag, wat ze is behalve mooi. Misschien zouden haar ogen dan toch even glinsteren van pret, leek ze zo jong als ze is en onbezorgd als ze zou moeten zijn.

Ik zou met haar praten tot ik dwars door haar waaier heen kan kijken. Iedere keer wanneer ik deze foto daarna bekijk, zie ik alles wat niet is vastgelegd en zich verborgen houdt in dat ene handgebaar.

Haar schoonheid zegt me zo weinig.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten