than strip your television's electric plug-wire,
wrap a spike around it, and then stick it back into the wall.
See what blows, and how far."
(Stephen King - On Writing)
Well, let's see if it blows, shall we?
maandag 28 februari 2011
Ruis
1.
Er is geen geluid meer over: dit is gedempte fotografie. Ooit hoorde je het gekrijs van meeuwen, en natuurlijk het rommelen van de golven, maar nu is het stil. Wat is er met de storm gebeurd? En is deze rust een voorbode of een ruïne?
Je bent een soldaat en je bent jong. Of misschien ben je oud en heb je vier kinderen en vermoeide benen. Misschien ben je Duits, misschien niet. Het maakt niet veel meer uit als je in het oog van de storm zit. Er zit stof in je mond, je voelt je vingers amper en op je mouw zit iets donkers dat bloed zou kunnen zijn. Daar denk je liever niet aan.
Kun je de zee nog horen als je hem elke seconde van elke dag ziet? Of valt zijn geluid langzaam samen met de ruis die stilte eigenlijk is; je eigen ademende lichaam.
Wacht lang genoeg en iedereen begint op zijn omgeving te lijken. Je ogen krijgen de kleur van de grijze lucht, je huid wordt ruw als zand en je hart zwaar als beton. Je bent niet wie je bent, maar waar je bent.
De man naast je heeft lijnen in zijn gezicht als de sporen die het water achterlaat. Hij is net zo bang als jij.
Tel de barsten in de muur terwijl je wacht. Zeven stuks, twee grote en vijf kleine: schamele bewijzen dat je in ieder geval iets verdedigd hebt. Er wordt niet gepraat, want wat is het nut? Vroeg of laat zal de zee weer gaan brullen en zullen de muren stuk voor stuk naar beneden komen.
De randen staan al in brand.
2.
Dit is de kleur van leegte, dit is wat je overhoudt als je alles weghaalt. Grijs.
Het had een zomerdag kunnen zijn, een warme dag waarop je met je ijsje langs het water liep. De zon brandde genadeloos in je nek, de golven grepen je voeten. De zon zou zo onder gaan en jij nog lang niet naar huis.
Alle warmte is met jou verdreven. Zo ver reikt zijn macht: hij maakt ongedaan. Alsof hij de wereld door zijn wimpers bekijkt, veegt hij de dag uit, vervaagt. Wie zijn ogen dicht knijpt, kan zien wat zich hier lang geleden heeft afgespeeld. Hoe de horizon nog vaststond; het toneel vlak voor de tweede akte. Vol spanning wacht je op de eerste beweging, het golven van de gordijnen, een aankondiging dat de rust voorbij is. Zorg dat je op je plek zit als het verder gaat.
Iedere beweging is vastgelegd en verworden tot een jarenlange ruis. In de patronen zie ik het ijs langs je handen lopen, het geduld van jaren wachten, de man met zijn ogen gesloten achter het open raam. Jouw zorgeloosheid legt een sluier over de achtergrond, hij over jou.
Dit is wat er overblijft.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Mooimooi. <3
BeantwoordenVerwijderen